Sociale bescherming voor iedereen

Wereldbank en IAO werken samen voor universele sociale bescherming

De nieuwe samenwerking heeft als doelstelling om sociale bescherming wereldwijd uit te breiden, een belangrijk middel in de strijd tegen armoede en inkomensongelijkheid. Nieuwe gegevens tonen aan dat verschillende ontwikkelingslanden al een universeel systeem hebben.

Persbericht | 21 september 2016
NEW YORK (IAO Nieuws) – Wereldleiders en de hoofden van de Wereldbank en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) bundelen de krachten om sociale bescherming voor iedereen te verzekeren. Tijdens de Algemene Vergadering van de VN in New York kondigden ze een nieuw Wereldwijd samenwerkingsverband voor Universele Sociale Bescherming aan, dat landen zal helpen om alle arme en kwetsbare groepen te bereiken, met verschillende maatregelen die iedereen toegang geven tot de belangrijkste vormen van steun, wanneer nodig.

“Sociale bescherming vermindert armoede en economische ongelijkheid, draagt bij tot meer gendergelijkheid, en goede jobs,” zei de Voorzitter van de Wereldbank Jim Yong Kim. “Verschillende ontwikkelingslanden hebben al universele systemen die ervoor zorgen dat niemand achterblijft, maar slechts één op vijf armen in de landen met de laagste inkomens genieten vandaag een vorm van sociale bescherming. Het is erg belangrijk dat we vandaag samengekomen zijn om landen te helpen om deze kloof te dichten.”

Universele sociale bescherming ligt in de lijn van de twee doelstellingen van de Wereldbank om extreme armoede uit te bannen en gedeelde welvaart tot stand te brengen tegen 2030, en behoort ook tot het kernmandaat van de IAO. In 2012 keurden de 185 IAO-Lidstaten de Aanbeveling inzake Sociale Beschermingssokkels (nr. 202) goed.

Het nieuwe samenwerkingsverband brengt verschillende ontwikkelingspartners samen, waaronder de Europese Commissie, de Afrikaanse Unie, FAO, Helpage, IDB, de OESO, Save the Children, UNDP-IPC, UNICEF, en Belgische, Finse, Franse en Duitse technische ondersteuning.

Uit gegevens die werden bekendgemaakt door de partners bleek dat meer dan 23 landen met lage -of middeninkomens erin zijn geslaagd universele of bijna universele sociale beschermingssystemen uit te bouwen. Meer dan 100 andere landen bouwen hun sociale bescherming uit en versnellen de uitbreiding van uitkeringen naar nieuwe bevolkingsgroepen. Universele sociale bescherming wordt het vaakst bereikt voor ouderdomspensioenen. Uit deze voorbeelden blijkt dat universele sociale bescherming betaalbaar is voor andere landen, zeker voor landen met lage -en middeninkomens.

IAO Directeur-Generaal Guy Ryder verwelkomde de initiatieven die zijn genomen door die 23 landen verspreid over alle continenten, waaronder China, Namibië en Thailand. “We streven ernaar om het aantal landen die universele sociale bescherming bieden te verhogen, en landen te ondersteunen bij het vormgeven en het in werking doen treden van sociale beschermingssytemen”, zei hij.

De IAO schat dat de opbouw van een volledige sociale beschermingssokkel voor alle kwetsbare groepen, van kinderen en moeders tot oudere personen, tussen de 1 en 5 procent van het BBP van heel wat middeninkomenseconomieën kost.

De Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling 1.3 roept op tot nationale adequate sociale beschermingssytemen -en maatregelen, inclusief sociale beschermingssokkels.

Universele sociale bescherming omvat billijke geldtransfers naar iedereen die hier nood aan heeft, kinderen in het bijzonder, uitkeringen en steun voor (aanstaande) moeders, gehandicapten, mensen met een arbeidsongeval of die werkloos zijn, en pensioenen voor alle ouderen. Deze bescherming kan worden geboden via sociale zekerheid, sociale uitkeringen die worden gefinancierd met belastingsgeld, sociale beschermingsdiensten, en andere systemen die een basisinkomensbescherming garanderen.