WESO 2016

Armoededoelstelling van 2030 Agenda in gevaar zonder waardig werk

Na een periode van vooruitgang is de terugval van de armoedecijfers bedreigd door een gebrek aan waardig werk.

Nieuwsbericht | 18 mei 2016
GENEVE/BRUSSEL (IAO Nieuws) – Het gebrek aan kwalitatieve banen wereldwijd en de verergerende economische situatie in een aantal regio’s kunnen de vooruitgang die de afgelopen decennia is geboekt in de vermindering van armoede bedreigen, waarschuwt een nieuw rapport van de IAO. Het rapport stelt een verhoging vast van de relatieve armoede1 in ontwikkelingslanden.

Op basis van de meest recente beschikbare data stelt het IAO-rapport World Employment and Social Outlook (WESO) 2016 – Transforming jobs to end poverty vast dat meer dan 36% van de bevolking in opkomende en ontwikkelingslanden in armoede leeft en een dagelijks inkomen heeft van minder van 3,10 dollar gemeten in koopkrachtpariteit.

Volgens het rapport is ongeveer 600 miljard dollar per jaar nodig om extreme2 en gemiddelde3 armoede wereldwijd te bestrijden tegen 2030 (of bijna 10 triljoen dollar over een periode van 15 jaar).

Chronische armoede kan niet worden opgelost door inkomenstransfers alleen, betere jobs zijn nodig om deze doelstelling te bereiken. Ongeveer één derde van de bevolking in ontwikkelingslanden die in extreme of gemiddelde armoede leeft, heeft een job. Hun tewerkstelling is echter kwetsbaar: ze ontvangen vaak geen loon, doen voornamelijk laaggeschoold werk, genieten geen sociale bescherming, en zijn hierdoor bijna volledig afhankelijk van hun inkomen uit arbeid.

In de ontwikkelde landen werken meer werknemers in loondienst, maar dit belet niet dat ze in de armoede terechtkomen. In de EU is de relatieve armoede met één procentpunt gestegen sinds het begin van de crisis.

“De realisatie van Doelstelling 1 inzake Duurzame Ontwikkeling - geen armoede meer tegen 2030 - is duidelijk in gevaar,” zegt IAO directeur-generaal Guy Ryder. “We moeten de kwaliteit van banen in alle landen aanpakken, als we de armoede die verschillende generaties treft een halt willen toeroepen.”

“30 procent van de wereldbevolking is arm en krijgt slechts 2 procent van het wereldinkomen,” bemerkt Raymond Torres, Speciaal Adviseur Sociale en Economische zaken bij de IAO. “Enkel door de kwaliteit van banen bewust te verbeteren en nieuwe fatsoenlijke banen te creëren kunnen we de precaire leefomstandigheden van de werkende armen en hun gezinnen daadwerkelijk ombuigen.”

Een grote inkomensongelijkheid vermindert het effect van de economische groei op het terugdringen van armoede. “Het is hoog tijd om na te denken over de verantwoordelijkheid van de rijke landen en individuen in het in stand houden van armoede. Behoud van de status quo is geen optie,” aldus Torres.

Kwetsbare en ongelijke vooruitgang

De IAO stelt deze cijfers over armoedereductie voor na een periode van mondiale vooruitgang. Het aantal extreem armen in 107 opkomende en ontwikkelende landen bedroeg in 1990 46,9%, en daalde tot net geen 15% van de bevolking. Het aantal gemiddeld armen daalde van 67,2% tot 36,2%.

De gegevens tonen aan dat de vooruitgang ongelijk is geweest: de armoede is snel gedaald in midden-inkomenslanden, zeker in Azië en het Stille Oceaangebied, maar minder snel in lage inkomenslanden, waar 47,2% van de bevolking in extreme armoede leeft. In ontwikkelde landen, met name in de Europese Unie, is de armoede zelfs toegenomen.

Ondanks de significante vooruitgang in het terugdringen van extreme armoede waarschuwt het rapport dat de voortzetting hiervan in gevaar is, niet enkel door de zwakke economisch groei, maar ook door structurele obstakels voor de creatie van kwaliteitsvolle banen.

De verslechtering van de economische vooruitzichten in Azië, Latijns-Amerika en de Arabische regio en in landen met natuurlijke rijkdommen legt de kwetsbaarheid van de sociale vooruitgang bloot. In sommige van deze landen is de inkomensongelijkheid aan het stijgen, na jaren te zijn gedaald. Dit verhoogt de kans dat de vooruitgang in de armoedebestrijding in gevaar is.

Ook tussen verschillende sectoren was de vermindering van de armoede ongelijk. De laatste gegevens over 43 opkomende en ontwikkelingslanden tonen dat een kwart van de werknemers in de landbouwsector in extreme armoede leven (en bijna twee derde van alle werkende armen vertegenwoordigen), vergeleken met slechts 12% van de werknemers in de industrie en 7% van de werknemers in de dienstensector.

Jobs hervormen om een einde te maken aan armoede 

Het rapport maakt een aantal aanbevelingen om de structurele uitdagingen inzake het aanbod van waardige jobs aan te pakken.
  • Pak banen met een lage productiviteit aan, ze veroorzaken armoede
  • Versterk de rechten op het werk en stel werkgevers- en werknemersorganisaties in staat om de armen te bereiken
  • Verminder armoede door middel van een doeltreffend sociaal en tewerkstellingsbeleid
  • Stel de overheid in staat om beleidsmaatregelen in te voeren die de armoede verminderen
  • Verhoog de werkingsmiddelen en responsabiliseer de rijken
  • Betrek de IAO bij het nastreven van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen

1 Gezinsinkomen bedraagt minder dan 60% van de mediane levensstandaard in een land.
2 Inkomen van minder van 1,90 dollar per dag, gemeten in koopkrachtpariteit.
3 Inkomen tussen 1,90 en 3,10 dollar per dag, gemeten in koopkrachtpariteit.