Langdurige werkloosheid doet wantrouwen jongeren toenemen

Een nieuw rapport van de ILO voorspelt dat de impact van de jeugdwerkloosheidscrisis zich nog tientallen jaren zal laten voelen. Een hele generatie zal het moeilijker krijgen om goede jobs te vinden. Vele jongeren verliezen ook hun geloof in de sociaal-economische en politieke systemen, aldus de ILO.

Persbericht | 8 mei 2013
Cijfers wereldwijd:
  • 73.4 miljoen jongeren (12.6%) zullen volgens de vooruitzichten in 2013 geen werk hebben. Dat is een toename van 3.5 miljoen tussen 2007 en 2013.
  • De wereldwijde jeugdwerkloosheidsgraad is, na een tijdelijke daling, opnieuw gestegen: 12.7% in 2009, 12.3 % in 2011, 12.4% in 2012, 12.6 % in 2013 en verwacht wordt dat hij 12.8% bedraagt in 2018
Cijfers geavanceerde economieën (waaronder de EU):
  • Jeugdwerkloosheidsgraad in de geavanceerde economieën: 18.1 % in 2012 (zelfde niveau als 2010). ILO voorspelt dat dit cijfer boven de 17% zal blijven tot 2015.
  • Tussen 2008 en 2012 kwamen er in de geavanceerde economieën meer dan 2 miljoen werkloze jongeren bij, een toename van bijna 25%.
  • In geavanceerde economieën drukt de langdurige werkloosheid een stempel op de huidige generatie jongeren; hun wantrouwen ten aanzien van sociaal-economische en politieke systemen groeit.
  • De jeugdwerkloosheidscrisis in geavanceerde economieën laat zich duidelijk zien in langere periodes van werk zoeken én minder kwalitatieve jobs.
Aanbevelingen:
  • Het rapport stelt dat jobgerichte groei en jobcreatie gestimuleerd moeten, waarbij ook moet gewerkt worden aan een duurzaam financieel en fiscaal beleid.
  • Verder pleit het rapport voor omvattende maatregelen die gericht zijn op de getroffen jongeren in de geavanceerde economieën.

BRUSSEL (ILO nieuws) – Ondanks regionale verschillen blijven wereldwijde jeugdwerkloosheidscijfers stijgen. ILO experts becijferden dat ze tegen 2018 12.8 % zouden bedragen. De tijdelijke inhaalbeweging van het beginnende economische herstel wordt helemaal ongedaan gemaakt.

Naast de stijgende werkloosheid krijgt de wereld ook te maken met negatieve evoluties, zoals langdurige werkloosheid, tijdelijke jobs en ontmoedigde jongeren in geavanceerde economieën. De ontwikkelende wereld kampt dan weer voornamelijk met slechte jobs, in de informele sector of voor het eigen levensonderhoud.

Volgens het Rapport “Wereldwijde werkgelegenheidstrends voor Jongeren 2013” zullen in 2013 zo’n 73.4 miljoen jongeren zonder werk zitten (12.6 %). Deze cijfers benaderen de cijfers die werden genoteerd tijdens de piekmomenten van de economische crisis in 2009. Tussen 2007 en 2013 kwamen er 3.5 miljoen jonge werklozen bij in de wereld.

Eerdere projecties gingen uit van 12.7 % jeugdwerkloosheid in 2012. Intussen werd dit cijfer bijgesteld naar 12.4 %. De algemene trend in de jeugdwerkloosheidscijfers kent echter nog altijd een stijgende lijn.
“Deze cijfers leggen drie uitdagingen bloot: het beleid richten op groei, essentiële verbeteringen doorvoeren in onderwijs- en opleidingssystemen en gerichte acties opzetten om jongeren aan werk te helpen”, aldus José Manuel Salazar-Xirinachs, assistent directeur-generaal voor beleid van de ILO.

Werkgevers, mensen uit de onderwijswereld en jongeren bewegen vaak naast elkaar. We weten wel wat er nodig is en wat werkt, maar concrete resultaten op grote schaal blijven uit. Goede partnerschappen en échte gezamenlijke actie zijn broodnodig”, zegt Salazar-Xirinachs.

Regionale verschillen

Het Midden-Oosten kent de hoogste jeugdwerkloosheidsgraad: 28.3% van de jongeren heeft er geen werk – dat is meer dan één op de vier. Huidige projecties voorspellen dat deze cijfers nog zullen stijgen tot 30% in 2018.

Ook in Noord-Afrika ligt de jeugdwerkloosheid zeer hoog: 23.7% in 2012.
In beide regio’s worden vrouwen het hardst getroffen. In het Midden-Oosten heeft 42.6% van de vrouwelijke beroepsbevolking geen werk en in Noord-Afrika 37%.
Oost-Azië (9.5%) en Zuid-Azië (9.3%) hadden in 2012 de laagste jeugdwerkloosheidsgraad.


Projecties

In geavanceerde economieën bedroeg de jeugdwerkloosheidsgraad 18.1 % in 2012. Voorspeld wordt dat deze boven de 17% zal blijven tot 2015, en pas vanaf 2016 onder de 17% zal zakken. In Griekenland en Spanje is meer dan de helft van de economisch actieve jongeren werkloos.

Minder mogelijkheden

Vele jongeren hebben hun zoektocht naar werk helemaal opgegeven. Als zij mee in de statistieken zouden worden opgenomen, dan zou de totale teller op 13 miljoen staan in de geavanceerde economieën. Ter vergelijking, volgens de officiële statistieken waren 10.7 jongeren in 2012 effectief werkloos.

Vaak zijn jongeren zo hopeloos op zoek naar een inkomen dat ze heel wat minder selectief zijn bij de keuze van een job en zich tevreden stellen met deeltijdse of tijdelijke contracten.

“Het vinden van een vaste job, ooit de norm voor vorige generaties in de geavanceerde economieën, is voor de jongeren van vandaag heel wat minder voor de hand liggend. De stijging van tijdelijk en deeltijds werk, vooral sinds de economische crisis zo’n vlucht nam, wijst erop dat dit vaak de enige optie is voor jongeren” vervolgt Salazar-Xirinachs.

Het aandeel jongeren dat voor minstens 6 maanden zonder werk zit, neemt ook toe. In de OESO-landen was meer dan één derde van de jonge werklozen langdurig werkloos in 2011. In 2008 was dat nog maar één vierde.

Salazar-Xirinachs spreekt van een ‘zeer ernstige situatie’: “Denk aan de langetermijngevolgen van een aanhoudende hoge jeugdwerkloosheid. Zij leidt tot een verlies van nuttige beroepservaring en de afbrokkeling van vaardigheden. Bovendien leidt werkloosheid aan het begin van de loopbaan vaak tot blijvende “littekens” in de verdere loopbaan op het vlak van loon en werk, die tot tientallen jaren later zichtbaar blijven.”

Het aantal ‘NEETs’ (Not in Education, Employment or Training) in de geavanceerde economieën blijft groeien, momenteel is één op de zes een NEET. Zij vormen een risicogroep voor sociale uitsluiting en uitsluiting uit de arbeidsmarkt.

Vaardighedenmismatch

Ook de mismatch tussen de vraag en het aanbod van vaardigheden blijft groeien. Er is een risico op een geblokkeerde situatie als het beleid, in samenwerking met het bedrijfsleven, geen werk maakt van het heroriënteren van werkzoekenden. Jonge vrouwen en jongeren die al gewerkt hebben zijn kwetsbaarder voor deze welbepaalde ‘mismatch’ dan andere jongeren.

“Hoe langer de jeugdwerkloosheidscrisis aanhoudt, hoe groter de gevolgen ervan en hoe aanzienlijker de sociale en economische kost – meer armoede, minder groei – zal zijn”, benadrukt Salazar-Xirinachs.
Gerichte actie nodig

Het ILO-rapport roept overheden op om onmiddellijke, gerichte actie te ondernemen om de jeugdwerkloosheidscrisis aan te pakken. Ook gezamenlijke inspanningen vanuit werkgeversorganisaties en vakbonden zijn hierbij nodig.

De ILO benadrukt ook dat er geen zaligmakende oplossing is, maar verwijst wel naar de ‘ILO Call for Action’ van juni 2012, waarin de voornaamste beleidsdomeinen opgesomd staan waar actie kan ondernomen worden op nationaal niveau en rekening houdend met de situaties in verschillende landen en regio’s.

Aanbevelingen van het rapport

  • Landen moeten werk maken van jobgerichte groei en jobcreatie via macro-economisch beleid, tewerkstelling, arbeidsmarktbeleid, jong ondernemerschap. De sociale gevolgen van de crisis moeten worden aangepakt en financiële en fiscale duurzaamheid moeten gegarandeerd worden.
  • Omvattende maatregelen gericht op de jongeren die het hardst getroffen worden in de geavanceerder economieën met een hoge jeugdwerkloosheid zijn nodig. Daarbij denkt men o.m. aan onderwijs, opleiding, ondersteunen bij het opdoen van beroepservaring en het stimuleren van aanwervingen door werkgevers.
  • In ontwikkelende landen is er nood aan geïntegreerde programma’s voor werkgelegenheid en levensonderhoud, met een focus op opleiding en alfabetisering, ontwikkeling van vaardigheden voor het beroepsleven of ondernemerschap, alsook het ondersteunen van ondernemingen.


Contact

ILO-Brussels, + 32 (0)2 736 59 42, brussels@ilo.org
Barbara Janssens, communicatiemedewerker, ILO-Brussels, +32 (0)484 91 55 59, janssens@ilo.org, @barbarajanssens

Rapport, grafieken en andere materialen op www.ilo.org/getyouth2013.