Vlaanderen financiert Internationaal programma van de IAO over vaardigheden en levenslang leren

De Vlaamse Overheid gaat een IAO-Programma financieren, gericht op vaardigheden. Interview met Julie Bynens, secretaris-generaal van het Vlaams Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken, en David Maenaut, Diplomatiek Vertegenwoordiger van Vlaanderen bij de VN in Genève.

Nieuwsbericht | 11 mei 2022
De Vlaamse Overheid bevestigde eind maart dat ze het Internationale IAO-Programma voor de ontwikkeling van vaardigheden en levenslang leren (GPSL3) zal financieren. Dit programma biedt vrouwen, mannen, ondernemingen en gemeenschappen toegang tot marktrelevant, inclusief en levenslang leren van hoge kwaliteit.

IAO-Brussel interviewde Julie Bynens, secretaris-generaal van het Vlaams Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken, en David Maenaut, Diplomatiek Vertegenwoordiger van Vlaanderen bij de VN in Genève, over deze beslissing.

- Wat zijn voor u de belangrijkste uitdagingen op het vlak van vaardigheden en de toekomst van werk?

Julie Bynens: The Global Commission on the Future of Work heeft sinds 2019 heel wat uitdagingen geïdentificeerd. De COVID-19-pandemie heeft die uitdagingen nog vergroot. De inkomens- en arbeidsmarktongelijkheid zijn bijvoorbeeld toegenomen en kwetsbare groepen werden disproportioneel getroffen. Maar de pandemie was ook een belangrijke wake-upcall: ze heeft het belang van een aantal cruciale elementen voor het realiseren van waardig werk in de verf gezet. Laat me er enkele opsommen: de nood aan vaardigheden en levenslang leren om door transities te komen en aan de heropbouw bij te dragen, en de nood aan sociale bescherming, inclusief voor leraren en opleiders.

Voor Vlaanderen is de uitdaging duidelijk: met het oog op groei en welvaart moeten meer mensen aan de slag, met als streefdoel een werkzaamheidsgraad van 80%. Om een oplossing te bieden voor de huidige krapte en de mismatch op de arbeidsmarkt is levenslang leren cruciaal, ook om ervoor te zorgen dat mensen veerkrachtig blijven bij grote maatschappelijke transities.  De groene en de digitale transitie zullen de vraag naar specifieke profielen en vaardigheden doen toenemen. Daarnaast weten we ook dat er jobs zullen verdwijnen in bepaalde sectoren. Via omscholingstrajecten kunnen we werknemers van krimpsectoren begeleiden naar groeisectoren.

Flexibiliteit en openstaan om bij te leren worden zo misschien wel de belangrijkste competenties voor de 21ste eeuw. Maar deelname aan levenslang leren loopt in Vlaanderen nog een stuk achter: zo nam maar 21% van de Vlamingen de afgelopen twaalf maanden deel aan non-formeel of formeel leren. We moeten dus inzetten op het ontwikkelen van een leercultuur om de arbeidsmarkt te smeren.

- Vlaanderen zet zwaar in op de ontwikkeling van vaardigheden, reskilling en upskilling. Hoe organiseren jullie het overleg met de sociale partners over vaardigheden en levenslang leren? En welke ambities hebben jullie met dit beleid op EU- en internationaal niveau?

Julie Bynens: Het tripartiete overleg tussen de Vlaamse sociale partners en de Vlaamse Regering over sociaal-economische thema’s vindt plaats in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC). In december 2020 verscheen het VESOC-akkoord ‘Alle hens aan dek’. Een van de drie topprioriteiten uit dat akkoord is een opleidings- en loopbaanoffensief om levenslang leren te realiseren en om meer Vlamingen via opleiding, omscholing en (her)oriëntering te versterken in hun loopbaan. Veel van de acties uit dat akkoord zijn opgenomen in het door de EU gecofinancierde plan voor herstel en veerkracht.

Graag vestig ik ook de aandacht op het brede Partnerschap voor Levenslang Leren, waarin de partners uit het onderwijs- en werkveld samenkomen om de uitdagingen rond levenslang leren aan te pakken. Zij kwamen tot het actieplan ‘Koers zetten naar een lerend Vlaanderen’, dat in december 2021 door de Vlaamse Regering werd bekrachtigd. Het definieert 47 prioritaire acties om tegen 2030 tot een opleidingsdeelname van 60% te komen, in lijn met de Europese ambities.

Wat de ambities betreft, vindt Vlaanderen het belangrijk dat het internationale acquis over het recht op toegang tot kwaliteitsvol levenslang leren (onder meer via SDG 4) niet wordt afgezwakt. Het internationale niveau is het uitgelezen forum om best practices uit te wisselen, maar ook om normen vast te stellen en zo wereldwijd de lat hoger te leggen. Daarom vindt Vlaanderen het belangrijk om constructief bij te dragen tot de ontwikkeling van een normatief instrument over werkplekleren op de Internationale Arbeidsconferentie. We willen ook bijdragen tot  de implementatie van de UNESCO Recommendation on Adult Learning and Education, waarvan het monitoringrapport zal worden voorgesteld op de World Conference on Adult Learning and Education (Marrakesh, 15-17 juni).

Ook de EU wil maximale kansen in leren en werken voor iedereen garanderen. De Europese Commissie bracht onlangs een aanbeveling over individuele leerrekeningen uit. Die ligt in lijn met onze eigen ambitie om een individuele leerrekening in Vlaanderen te ontwikkelen en geeft ons de kans om daarover in gesprek te gaan en goede praktijken uit te wisselen op het Europese niveau.

Om zicht te krijgen op de uitdagingen op het vlak van groene jobs en vaardigheden in de Vlaamse economie, verkregen we technische steun van de Europese Commissie voor een green skills roadmap voor Vlaanderen. Het doel is om samen met stakeholders een strategie en een actieplan voor groene jobs en vaardigheden op de sporen te zetten. Door slim in te spelen op de klimaatuitdagingen, kunnen we bijdragen aan de productiviteit, de competitiviteit en de innovatie van Vlaanderen.

- Waarom steunt Vlaanderen het programma Vaardigheden en Levenslang Leren (GPSL3)?

David Maenaut: De doelstelling van het programma ‘Vaardigheden en Levenslang Leren’ is om met verschillende donoren de IAO te steunen op het vlak van toegang tot en transities in de arbeidsmarkt (doelstelling 5 van het Programma en Budget van de IAO). De Vlaamse bijdrage is gericht op de digitale transitie met interventies in twee opkomende economieën, India en Zuid-Afrika. Het programma knoopt aan bij de ambitie van de Vlaamse Regering om in te zetten op levenslang leren en de verwerving van vaardigheden, onder andere op digitaal vlak. In het Vlaamse post-covid-herstelbeleid krijgen die thema’s een zeer prominente plaats.
Programmasteun draagt bij tot een hogere samenhang en efficiëntie, wat tot meer impact en duurzaamheid leidt. En de financiering van een programma biedt de mogelijkheid om samen met de IAO en andere donoren in discussie te treden over de richting en de uitrol van het programma.

- Vlaanderen is een belangrijke donor van de IAO. Op welke verwezenlijkingen zijn jullie het meest trots?

David Maenaut: Samen met de IAO heeft Vlaanderen een belangrijk partnerschap uitgebouwd. Dertig jaar samenwerking heeft geleid tot heel wat mooie resultaten.

Zo werden er een aantal sleutelpublicaties opgeleverd over arbeidsbepalingen in handelsovereenkomsten. Recent lanceerde de IAO de Labour Provisions in Trade Agreements Hub, een interactieve database met de arbeidsbepalingen uit meer dan honderd handelsovereenkomsten. Die webtool biedt een benchmark van arbeidsbepalingen in internationale overeenkomsten, die de juridische basis vormen voor een internationaal gelijk speelveld.

Vlaanderen zet in op innovatieve projecten, die opgeschaald kunnen worden. Uit een recente evaluatie bleek dat verschillende projecten een katalysatorrol hebben vervuld. In Zuid-Afrika ondersteunde Vlaanderen de ontwikkeling van een beleid voor sociaal ondernemerschap, dat nu als model voor de Afrikaanse Unie dient. De ontwikkeling van een natuursteenstrategie voor India was de voorloper voor projecten van grotere donoren zoals Japan of de EU in andere sectoren.